- Een mens zeer vaak slikt, zo’n 2.000 keer per dag? Naast het doorslikken van eten en drinken, slikken we ons speeksel weg. Overdag doen we dit zo’n 2 keer per minuut, ’s nachts 1 keer per minuut.
- Een kind dat op school komt in groep 1 gebruikt al 1.600 tot 2.000 woorden actief. Deze woorden horen bij de basiswoordenschat.
- Een kind van 5 jaar begrijpt al 3.000 woorden. De basiswoordenschat ontwikkelt zich verder tot de 6.000 meest gebruikte en gangbare woorden op 6-jarige leeftijd.
- Een kind van eind groep 8 herkent en begrijpt ten minste 17.000 woorden.
- Door elke dag een kwartier te lezen de passieve woordenschat van kinderen met 1.000 woorden per jaar kan groeien? Daarnaast lezen kinderen per jaar 1 miljoen 146 duizend woorden per jaar als ze 15 minuten lezen per dag.
- Dat de minimum spreeknorm voor een kind van 2 jaar spreken in zinnen van 2 woorden is? (‘koek hebben’, ‘poes ook’) en de minimum spreeknorm voor een kind van 3 jaar spreken in zinnen van 3 tot 5 woorden?
- Voor een tweetalige opvoeding het nodig is dat het taalaanbod in beide talen minimaal 30% is?
- Dat iedereen een borststem en een kopstem heeft? De borststem is om de lage tonen te zingen, de kopstem wordt gebruikt om de hoge tonen te zingen. Voor het spreken gebruiken we meestal de borststem. De overgang van borststem naar kopstem en omgekeerd is hoorbaar en wordt het ‘stembreukje’ genoemd.
- De menselijke stem gemiddeld 2 ½ octaaf omvat? Dit zijn 20 tonen.