Problemen die kunnen voorkomen bij afwijkende mondgewoonten zijn bijvoorbeeld:
- Open mond gewoonte
- Mondademen
- Slappe lip- en tongmotoriek
- Overmatig kwijlen
- Terugkerende verkoudheden en oorontstekingen
- Duimen, vingerzuigen, langdurig speengebruik; hierbij wordt de tong naar beneden gedrukt. Er is dan geen goede positie van de tong mogelijk. Ook is er geen lipsluiting en geen goede slik.
- Afwijkend slikken
- Eet- en drinkproblemen
- Liplikken, nagelbijten
- Tongpersen; de tong tegen de voortanden of zijtanden duwen tijdens eten en drinken; de tong is een zeer krachtige spier die in staat is tanden naar voren of naar opzij te duwen. Door tongpersen kan een open beet of een overbeet ontstaan, of kunnen er ruimtes (diastemen) tussen de tanden en kiezen ontstaan.
- Een afwijkende gebits- en kaakontwikkeling
- Lispelen (de tong komt tussen de tanden tijdens het spreken)
- Slissen (de /s/ wordt afwijkend uitgesproken)
Waarom is behandeling van afwijkende mondgewoonten belangrijk?
Een open mond, mondademen, speen-, duim- en vingerzuigen, tongpersen hebben een nadelig effect op de ontwikkeling van de mondmotoriek. Een goede mondmotoriek is belangrijk voor de algehele gezondheid van uw kind, voor het eten en drinken, voor de gebits- en kaakontwikkeling en voor de spraakontwikkeling.
Door afwijkende mondgewoonten kan de vorm van het gehemelte veranderen en kunnen de tanden scheef gaan staan. Kinderen die veelvuldig duim- of vingerzuigen hebben meer kans op een slappe lip- en tongmotoriek. Dit komt doordat de tong hierbij laag in de mond en naar voren ligt. Hierdoor kan ook afwijkend slikgedrag ontstaan. Het is daarom belangrijk dat duim- of vingerzuigen al op jonge leeftijd wordt afgeleerd. Ook komen afwijkende mondgewoonten vaak samen voor met uitspraakproblemen zoals een slappe, onduidelijke uitspraak, lispelen of slissen.
Wat doet de logopedist bij de behandeling van afwijkende mondgewoonten?
Een logopedist kan afwijkende mondgewoonten behandelen. De logopedist richt zich daarbij vooral op het afleren van afwijkende mondgewoonten, het sluiten van de lippen in rust, aanleren van neusademing en het versterken van de mondspieren. Door middel van gerichte oefeningen worden de spieren van de lippen en tong getraind. Ook de positie van de tong wordt getraind, eerst in rust, dan tijdens slikken en spreken. Soms wordt gekozen voor een hulpmiddel zoals een Trainer for Kids of een Myosa. Deze worden gebruikt om de spierkracht van de lippen te vergroten, de lipsluiting te bevorderen en de neusademhaling te stimuleren, de juiste tongpositie te stimuleren en een correcte slik te bevorderen.